Karibu tena & Korona House

26 maart 2020 - Made, Nederland

Jaaaaa, het is gelukt! Ik ben toch thuis gekomen! Iets eerder maar als dat het ergste is, boeiend. En papa en mama uiteindelijk ook! Virtueel heb ik in vier vluchten gezeten, maar niemand anders dan KLM en Annie Koekkoek hebben me thuis gebracht. Gek om in deze coronacrisis te arriveren, het Nederlands straatbeeld lijkt nu nog saaier dan het al was vergeleken met Tanzania. Ook fijn om iedereen weer (virtueel) te zien en te spreken :) Het laatste stukje vertelt over mijn vakantie met de oudjes, wat echt een mooie afsluiter was van een geweldige beleving in dit geweldige land, dat ik nu al een beetje mis

Dinsdag 10 maart, ik sliep uit en ging na het ontbijt achterop de pikipiki naar een luxe hotel met fitness en zwembad. Toen ik aan het sporten was kwamen de Amsterdamse coassistenten toevallig aan het zwembad liggen. Na een douche en lunch ging ik bij ze liggen. Voor zo lang dat duurde, want de hemel barstte open en we gingen naar binnen om te schuilen. Toen het een beetje droog was namen we twee tuktuks naar een restaurant waar we 30 seconds speelden en dineerden. Vervolgens lopend terug naar onze hostels, dat kon best met een groepje van vijf en hostels die tegenover elkaar lagen.

Op woensdag pakte ik mijn tas in en had met Fleur en Keet van de Amsterdamse coassistenten afgesproken om samen naar Arusha te reizen. Zij hebben een half jaar onderzoek gedaan in een ziekenhuis in Tanzania. Om tien uur namen we afscheid van de andere drie meiden en liepen we nog snel een winkeltje in. Vervolgens verder naar het busstation waar we toch wel enorm bezweet aankwamen met onze backpacks. Ik werd nog bijna een andere bus in gesleurd maar uiteindelijk zaten we toch met zijn drieën op de achterste rij (#hobbels) met onze backpacks in het ruim. Na twee uur kwamen we in Arusha waar we afscheid namen. Ik had best snel een man gevonden die wist waar mijn hotel was. Het vinden van een taxichauffeur is op zich niet moeilijk want er komen er ongeveer vijftien op je af, maar vaak kennen ze niet precies alle hotels of belangrijke locaties. Deze, er iets verloederd uitziende, man en nog een andere man met voetbalshirt liepen eerst mee naar het toilet. Vervolgens pakte de verloederde man mijn backpack en gooide die in een taxiauto. De voetbalshirtman zei ondertussen dat hij me iets moest vertellen over de verloederde man. Alleen op het moment dat de achterklep bijna werd dicht gegooid, pakte de verloederde man mijn backpack er weer uit en liep snel weg naar een andere auto. Toen rende ik dus samen met de voetbalshirtman erachteraan en kon net mijn backpack pakken voordat de klep dicht zat. De backpack werd weer uit mijn handen gegrist door de verloederde man en er ontstond een grote chaos waarbij ik niet precies wist wie ik moest vertrouwen. De voetbalshirtman schreeuwde dat ik mijn backpack moest pakken omdat die verloederde man te veel drugs op had en hem wilde stelen. Een andere jongen in rood overhemd pakte mijn backpack en sloeg de verloederde man, er ontstond een soort gevecht waarin hij hem ook half wurgde. Uiteindelijk kon ik mijn backpack pakken en liepen we heel snel naar een taxi. Dat was even een chaos moment maar gelukkig werd ik meteen geholpen en had ik al mijn spullen nog. Vervolgens reed ik met de taxichauffeur, de voetbalshirtman en de jongen in het rode overhemd naar het hotel. Ik gaf ze maar wat extra's als bedankje. Het hotel was echt luxe, dat hebben de oudjes weer klasse geregeld. Om zes uur werd ik door onze gids (voor de komende twee weken) Emilton opgehaald. Hij zou pap en mam ophalen van het vliegveld, als verassing zou ik ook meegaan. We waren wat aan de vroege kant, maar na anderhalf uur wachten kwamen ze het vliegveld uit en keken ze verbaasd op toen ik vanachter een paal tevoorschijn kwam. Pap vond het maar een klein vliegveld, maar de gids vertelde dat dit het één na grootste vliegveld van Tanzania was. Vervolgens reden we terug naar het hotel, met de toepasselijke naam Korona house, waar we om half elf nog avondeten kregen.

12 maart zou onze safari beginnen in het Arusha National Park. Na een lekker ontbijt ging ik met mama en de gids op pad. Pap was ziek, hij heeft hopelijk geen corona naar Tanzania gebracht, en bleef in bed. Het park is relatief klein en rustig, en staat vooral in het teken van de Mount Meru die je vanaf dit park in drie of vier dagen kunt beklimmen. Er zijn zeven meren en de stam die er leeft heet de Meru-stam. We reden door tropische jungle en langs savanne en meren. Onder weg zagen we met name heel erg veel giraffes van erg dichtbij (op en naast de weg) en bavianen en everzwijnen op de wegen. Verder zagen we ook stokstaartjes, zebra's, buffels met enorme geweien en ossenpikkers (vogels) op hun rug, waterbokken, flamingo's, bosbokken, colobus monkeys (zwart-witte franjeapen), blue monkeys (blauwe meerkat), crown birds (kroonkranen) en heel veel grote vlinders. Na een lekkere lunch aan één van de meren reden we door naar de Ngurdoto krater, een groene vulkanische krater van 100 meter diep met op de bodem een moeras. Mount Meru is tenslotte een slapende vulkaan. Aangezien het begon te regenen en onweren konden we niet lang van het uitzicht genieten. We stapten terug de enorme (8-persoons) 4x4 wagen in, het dak ging dicht en we reden door het prachtige park terug naar het hotel. Onderweg regende het hard, maar bij het hotel scheen de zon, dus tijd voor en duik in het zwembad en eindelijk weer het openslaan van een boek.

Vrijdag 13 maart reden we naar het Lake Manyare National Park. Dat was ongeveer twee uur rijden, onderweg zagen we kamelen. Pap ging dit keer wel mee op zoek naar dieren. We hadden vandaag niet veel geluk met de big five, maar zagen wel pelikanen, giraffes, bavianen, dikdiks (kleine antilopen), de met zijn felblauwe ballen goed herkenbare vervet monkeys (Zuid-Afrikaanse groene meerkat of blauwaap) en weer blue monkeys (blauwe meerkat). Na de lunch en kortstondige autopech reden we naar de lodge. Deze bleek sinds kort te worden gerund door twee Nederlanders uit het Westland. Het is duidelijk laagseizoen want naast een groepje Fransen waren we de enigen in het mooie park met huisjes. Mam en ik gingen nog even zwemmen in het zwembad. Na het eten was er een soort lokale muziek, dans- en acrobatiekshow waarbij wij toch af en toe bang waren dat ze op de betonnen vloer zouden vallen. Heel grappig om te zien, vooral toen ze gewoon doorgingen terwijl de stroom uitviel.

Zaterdag 14 maart reden we via de rand van de enorme en prachtige Ngorongoro krater naar het Serengeti National Park. Onderweg vertelde de gids dat een schoen hangend aan elektriciteitsdraad betekent dat daar marihuana wordt verkocht. Rondom de Ngorongoro krater zagen we veel vee en Maasai mensen. In de Serengeti (betekent eindeloze vlaktes in Maasai taal, accurate beschrijving) mogen zij niet wonen. De Serengeti is immens, meer dan 14.000 vierkante kilometer, exclusief de Ngorongoro krater. Al snel na het betreden zagen we een mannetjes leeuw en vrouw langs de weg. Zonder andere leeuwen, dus dat betekent dat ze bezig waren welpjes te maken. We reden verder en zagen (naast vele soorten antilopen en vele zebra's en giraffen) een gevlekte hyena en struisvogels. Daarna namen we een nog smaller zijpaadje naar een gebied waar vaak luipaarden zaten. Om het avontuur compleet te maken kwamen we vast te zitten in de modder. In de verte zagen we een andere auto die even stopte toen ik op het dak van de auto stond om naar ze te zwaaien, maar toen toch weer door reed. Daar hadden we dus ook niks aan. Toch maar uit de auto en duwen, ondertussen uitkijkend voor wilde dieren. Na drie kwartier, met behulp van de krik, wat scheppen en de matjes uit de auto, reden we weg. Daarna zagen we nog wat nijlpaarden in de rivier en arriveerden we bij het luxe tentenkamp. We hadden een mooie tent met warme douche en dineerden samen met de gids. 's Nachts hoorde mama nog leeuwen, heel dicht bij de tent leken ze te zitten, de gids zei de dag erna dat ze drie kilometer verderop zaten.

Zondag 15 maart reden we in een lange rit van vijf uur de Serengeti uit. Onderweg maakten we wat omwegen om wild te spotten. Zo zagen we weer vele buffels, giraffes, zebra's, een grote krokodil, struisvogels, vele soorten vogels en gazelles. Het mooiste was toch wel de jonge mannetjes leeuw met twee vrouwtjes en vier welpjes in het hoge gras op enkele meters van de weg. Er stonden maar twee andere auto's te kijken en toen zij na een paar minuten wegreden werden we getrakteerd op hoe de familie naar de schaduw liep terwijl de vader onze auto continu in de gaten hield. Vervolgens reden we verder naar de Westelijke uitgang van de Serengeti waar het Victoriameer is. We kwamen terecht in een luxe, ecologisch resort met lodges waar we lekker aan het zwembad lagen. In het Victoriameer kan men namelijk niet zwemmen vanwege de krokodillen. Bovendien waait het best hard dus zijn de golven erg hoog. 's Avonds was er een luxe drie gangen diner.

Maandagochtend zouden we iets cultureels gaan doen. Na het ontbijt reden we met de vaste gids Emilton naar een nabij gelegen vissersdorp. Hier werd door en andere gids wat meer informatie gegeven over het Victoriameer en de Westerse ontdekking ervan. Vervolgens gingen we kort in een vissersbootje het meer op met een gids en drie roeiers. Men legde wat uit over de drie verschillende manieren van vissen (haak, net en val zoals een eendenkooi). Af en toe moest er water uit de boot geschept worden voor de avontuurlijke ervaring. Toen we tegen de stroming in terug vaarden werd er met behulp van een Tanzaniaans lied wat vaart in het peddelen gebracht. Daarna liepen we kort door het dorp en kregen een rondleiding in een school. We wisten niet dat dit onderdeel van het programma was en voelden ons wat ongemakkelijk bij de aandacht die we kregen en het zangoptreden van de kinderen. Wel leuk om een keer te zien, maar ik kijk liever onopvallend even door de ramen van de klas in plaats van elkaar als aapjes aan te blijven kijken. Vervolgens gingen we nog kort naar een marktje waar verschillende soorten vissen levend en dood onder een laag vliegen lagen. Daarna reden we terug naar het hotel waar het zwembad en zelfs een drie gangen lunch ons opwachtten.

Dinsdag 17 maart reden we weer terug de Serengeti in. Naast de ondertussen 'normale' dieren, zagen we ook olifanten vandaag! Na de picknick lunch, waarbij papa's sandwich door een velvet aapje (die met blauwe ballen) werd gestolen, gingen we op zoek naar een cheeta die ergens was gezien. Het ging echter enorm hard regenen, wat de kleine paadjes niet echt goed toegankelijk of de dieren zichtbaar maakte. Na even wachten bij de cheeta plek zagen we toen het droog werd toch nog een luipaard de weg oversteken! Daarna toch maar terug naar het bekende tentenkamp na deze lange maar leuke dag. Hier waren we de enige toeristen en stonden de giraffen ons achter de tent op te wachten. We dineerden in de mooie tent, samen met de gids. Het leuke aan dit kamp is dat ze met de schalen langs de tafel komen en je dan zelf op mag scheppen. Het is namelijk erg veel dus dan kun je tenminste zelf bepalen hoe weinig je van alles neemt. 

Woensdagochtend bleek alles in Nederland qua coronavirus weer verder geëscaleerd te zijn. Ook in Tanzania, nog steeds nul besmettingen, sluiten ze preventief de scholen. Mijn vlucht van volgende week is geannuleerd en het advies van Buitenlandse Zaken luidt sinds gisteravond voor mensen waar dan ook in het buitenland: onderzoek de mogelijkheden om naar Nederland terug te keren, we weten namelijk niet of dat over enkele dagen nog kan. We stuurden het reisbureau een bericht met de vraag of zij de vlucht van pap en mam konden omboeken en voor mij ook konden reserveren. Vervolgens gingen we toch maar op pad, vanwege slecht bereik konden we zelf niet zoveel doen. Al snel zagen we een luipaard in een boom. Na even speuren en door de modder rijden zagen we ook een leeuw in een boom zitten. Gekke katten. Vervolgens kregen we nog wat berichtjes over de vluchten die nauwelijks te boeken zouden zijn. Toch maar even terug naar het tentenkamp voor wat beter bereik en om te bellen. Het reisbureau was er druk mee bezig, zodra we een nieuw ticket hadden zouden we bericht krijgen (bij bereik). Dus toch maar verder om misschien deze laatste dag nog te genieten. We trokken nog een andere auto uit modder en reden erna verder richting het tentenkamp meer in het zuiden van het park. Het duurde wel even voor we in de modder de 'weg' vonden. Ook in dit kamp waren we wederom de enige gasten.

De dag erna hadden we nog geen vliegticket, maar besloten we vanwege de modder en de grote kans vast te komen te zitten, een dag eerder het park uit te gaan. We reden in een uur naar het Olduvai Gorge museum, net buiten de Serengeti. Onderweg zagen we de prachtige migratie van ontelbare wildebeesten en zebra's. Het museum is een archeologische opgraving waar sinds de eerste Wereldoorlog Duitse en Engelse archeologen verschillende vondsten hebben gedaan. Waaronder skeletten van Homo Habilis, Homo Erectus en onze eigen familie, Homo Sapiens. Mede dankzij deze opgravingen wordt wereldwijd ondersteund dat onze voorouders hun oorsprong in Oost-Afrika hebben. Er zijn ook veel andere dierlijke fossielen opgegraven. Een interessante tussenstop met prachtig uitzicht over de omgeving. Vervolgens reden we door naar de Ngorongoro krater. Dit is een enorme krater van bijna vier kilometer doorsnede n ruim 600 meter diep, ontstaan door vulkanische activiteit. Na een prachtig uitzicht op de rand, zo'n 2400 meter hoogte, reden we naar beneden. Vanwege het regenseizoen was er maar één weg waarover je nog wel kon rijden, de zijweggetjes waren niet te doen vanwege het regenseizoen. Zelfs op deze hoofdweg moesten we vaak door water en super veel modder rijden en glijden, soms met meer geluk dan wijsheid. Gelukkig hebben wij een goede chauffeur. Er stonden meer dan eens andere auto's en vrachtwagens (die aan de weg werkten) vast in de modder. Meerdere auto's moesten dan wachten tot de andere auto was los getrokken. Ondertussen konden wij naar dit grappige tafereel kijken en hoe iedereen zich ermee bemoeide en wat voor oplossingen werden geprobeerd. Naast deze pauzes zagen we nijlpaarden, jakhalzen en een hele leeuwenfamilie die naast en voor onze auto liep! Maar liefst elf leeuwen inclusief welpjes waren op jacht naar zebra's en gnoes. Helaas mislukte de poging, maar heel vet om te zien hoe ze te werk gaan en hoe de kuddes op hol slaan als ze het proberen. Daarna reden we via de prachtige terug naar het hotel, waar we wederom de enigen waren en wederom door een stuk of tien mensen werden bediend, wat niet heel fijn voelt. Overdag had ik gelukkig ook een nieuw vliegticket weten te bemachtigen, dezelfde vlucht als pap en mam.

Op vrijdag reden we na een rit van drie uur het Tarangire National Park in. Vanwege het regenseizoen en de slechte wegen werd aangeraden op de hoofdwegen te blijven en in de buurt van de spaarzame andere auto's met toeristen. We zagen onafhankelijk van elkaar twee eenzame mannelijke olifanten op twee meter afstand van de auto. Wanneer ze oud zijn scheiden ze af van de groep. Onze gids, met zijn goede ogen, wees ons ook op vier leeuwen in één boom in de verte. Door het park stroomt de grote Tarangire rivier. Vanwege vele regen in de heuvels van Dodoma stond de brug onder water, iets wat de gids nog nooit had meegemaakt. We moesten dus weer het park uit en omrijden om bij ons hotel te komen. Ondertussen kregen we bericht dat onze vlucht van woensdag 25 maart was geannuleerd. Balen, gelukkig ging het reisbureau ermee aan de slag en konden we nog via Nairobi en Parijs terug op dezelfde dag. Het hotel, een soort van tenten en lodges op en berg, was heel mooi gelegen met mooi uitzicht over het Tarangire park en het Burungi meer. Dit meer stond vorig jaar letterlijk helemaal droog, nu is er juist te veel regen gevallen voor de landbouw. We zaten in een soort tent/huis met rieten dak en muren. Er waren zelfs twee andere toeristen! Ook kregen we goed nieuws over de vluchten. Er was per toeval een vrije plek gezien voor mij op die van 22 maart (overmorgen) en twee plekjes op 23 maart. Dat verdiende wel een biertje bij dit mooie uitzicht op de heuvel.

Zaterdag 21 maart maakten we om half acht eerst een korte maar steile wandeling, met gids, naar de top van de heuvel. Echt geweldig hoe ver je kunt kijken en hoeveel groen je ziet. Vervolgens weer verder richting het Tarangire National Park. Dat betekent eerst een half uur over de hobbelige, maar leuke weg naar de hoofdweg waarbij er weer af en toe door de bevolking wordt gezwaaid. Vandaag was het park helemaal rustig, zowel qua m bijzondere dieren. Alhoewel we wel twee leeuwen van dichtbij zagen. Een groep olifanten stond aan de overkant van de rivier die we helaas nog niet over konden steken. Omdat we lek werden gestoken door vliegen, reden we na de picknick lunch terug. Gelukkig was het lekker weer om nog even aan het zwembad te liggen. Daarna lekker eten met de gids, op deze laatste avond in Tanzania.

Zondag 23 maart reden we naar Arusha voor de lunch, waarna ik werd afgezet bij het vliegveld. Na het korte afscheid ging ik door de douane en kwam meteen Roos met haar broer en zus al tegen. Zij hadden hetzelfde vliegtuig. We aten wat en moesten best een aantal uur wachten, maar toch kan de tijd snel gaan. Ik had een fijne, volle vlucht met KLM, vanwege het coronavirus wel wat minder maaltijden. We landden vroeg op de maandagochtend en op Schiphol kwam lieve Annette me ophalen. Hoe beter je terugkomst te vieren dan met saucijzenbroodjes van de Albert Heijn en een McFlurry om 09:00 uur ’s ochtends?

7 Reacties

  1. Geert Hegge:
    26 maart 2020
    mooi Britt.
  2. Elly van der Lelij:
    26 maart 2020
    Britt, ik heb genoten van al je mooie verhalen. Zeker hoe het daar in het ziekenhuis aan toe gaat. Wel even wat anders dan onze ziekenhuizen. ( zelf werk ik op de dialyse in Delft).
    Veel succes met het vervolg van je studie, misschien kom ik je nog eens tegen in het ziekenhuis.
  3. Marian:
    26 maart 2020
    Mooi geschreven en ik beleef alles weer opnieuw in vogelvlucht
  4. Ellen:
    26 maart 2020
    Heel leuk geschreven Britt
    Jammer dat het voor jou erop zit
  5. Barbara Ruyven:
    26 maart 2020
    Leuk Britt, genoten van je verhalen.
  6. Rianne Schuurmans:
    27 maart 2020
    Mooie verhalen, Britt! En een hele mooie ervaring rijker! Fijn dat jullie toch nog samen hebben kunnen genieten van de geplande safari. En gelukkig allemaal weer naar huis hebben kunnen komen.
  7. Stefan:
    29 maart 2020
    Mooi avontuur Britt .ik had het gezicht van je vader wel willen zien toen die kinderen voor jullie gingen zingen .