Merry Christmas!

24 december 2019 - Sumve, Tanzania

Merry Christmas! Wat leuk zo'n kerstavond met top 2000 muziek via Spotify. Ondanks (of misschien dankzij?) dat dit Afrika is branden de kaarsen, want de stroom is uitgevallen, symbolischer kan het niet. Verder klinkt er de kerkmuziek van hiernaast. De mis schijnt vijf uur te duren en vanwege de duur en het vele praten raadde mama Fausta ons af om te gaan. Hieronder wat we allemaal hebben meegemaakt afgelopen week. Meest vette toch wel de safari op Rubondo Island in het Victoriameer.

Woensdag begonnen we de dag weer op de kinderafdeling. De jongen met convulsies was er niet goed aan toe. Hij reageerde bijna niet op onze pijnprikkels. Dat kon komen door de convulsies zelf, door de medicatie die we hadden verhoogd. Hij ademde ook erg zwaar dus we maakten ons best zorgen. Gelukkig had Dr. Edwin dat wel door toen we belden en was hij er snel. We konden behalve ondersteuning geven nu niet veel betekenen met de beschikbare middelen. We hopen dat hij snel wat opknapt zodat we hem kunnen verwijzen. Er zijn hier geen ambulances waarin patiënten vervoerd kunnen worden, als je iemand verwijst moet diegene dus redelijk fit zijn om met de dalladalla te kunnen. De student nurses gaan heel veel bij deze jongen kijken dus Dieuwertje probeerde ze duidelijk te maken dat hij en zijn familie rust nodig hebben. Even later stonden ze er alsnog. We kunnen best wel lachen over hoe ijverig sommige zijn, maar er zijn grenzen haha. 's Middags aten we weer het lekkere brood van mama Fausta. We eten hier ook veel avocado, ei, nutella en banaan. Dat is bijna ons standaard beleg, dus echt niet verkeerd, zeker niet gezien het feit dat men hier bijna niet eet met de lunch. Hierna gingen we even aan ons verslag werken, want ja, we moeten best veel cases uitwerken voor dit coschap. 
Na het werk in het ziekenhuis kwamen Kwabi en David langs om een stukje met me hard te lopen.

Donderdag 19-12-19, waaauuw mooie datum als het dan 19:12 uur is haha, Dieuwertje vond het meevallen. 's Ochtends was er een presentatie die 2 uur duurde. Daarna deden we de visite over de afdeling en ging het gelukkig wat beter met onze zieke patiënt. Na het werk in het ziekenhuis namen we rond vier uur de dalladalla naar Mwanza. Ik zat aan het raam en de zon scheen dus ik kon weer genieten van het mooie groene landschap. Dieuwertje zat weer met een schattige baby op schoot. Ik gaf haar het gelukspoppetje wat ik van Yvonne heb gekregen en daar speelde ze de hele rit mee dus ik heb hem maar bij de baby achter gelaten. Haar moeder vroeg wel meteen om geld voor de busrit. We moeten er soms best om lachen omdat het soms lijkt of mensen geldboompjes zien lopen terwijl we gewoon onze vieze kleren aan hebben.
Toen we moesten overstappen op een andere dalladalla bleek dat die helemaal niet reed langs de plek waar we eruit moesten, zoals was gezegd. Dus met een omweg kwamen we langs de city mall en omdat het al donker werd besloten we daar boodschappen te doen en te eten. Nu konden wij een keer te staren naar mensen in plaats van andersom, want er kwam een grote groep met enorm dikke Tanzanianen in chique jurken en pakken het winkelcentrum binnen. Even later in het hostel had ik voor het eerst in drie weken een echt warme douche, LEKKER.

De ochtend erna namen we om 06:30 uur de taxi naar het busstation vanwaar we de bus zochten richting Rubondo Island. Het duurde even voor de redelijk volle bus ging rijden. In de tussentijd kwamen er een aantal straatverkopers bij ons raam staan en probeerde één hele grappige man mijn nummer te krijgen. Toen het niet lukte zijn telefoon met een pak koekjes te geven begon hij uitgebreid te dansen en handkusjes te geven terwijl wij ons wel goed vermaakten over deze jongeman. De busrit ging ook via een ferry waardoor we er even uit moesten en de oversteek over een uitstulping van het Victoriameer maakten. Bij de ferry waren veel bedelaars, waaronder ook een albino. We willen soms wel wat geven dus we gaven ons wisselgeld van het ferryticket. Het blijft dan wel lastig wie je uitkiest om wat geld te geven. Toen we terug de bus in gingen waren we bang dat iemand onze zithoek zou innemen, er stonden namelijk ook mensen in het gangpad. Er werd veel gedrongen dus wij deden dit ook maar toch waren we redelijk laat in de bus. Ons vertrouwen in de Tanzanianen groeide nog meer want niemand bleek op onze plek te zijn gaan zitten! In Nederland zou iedereen voor zich gaan, hier is het zelfs vanzelfsprekend dat je wildvreemde kinderen op schoot neemt als de moeder moet blijven staan. Na een lange rit met vele tussenstappen kwamen we vijf uur later bij onze stop vanwaar we met een taxi naar de haven reden. Voor we een taxi hadden geregeld werden we vanaf het moment dat we uit de bus stapten intens benaderd door alle motorrijders die in Tanzania ook als taxi dienst doen. Het lijkt me heel gaaf een keer op zo'n motor te zitten maar het is erg gevaarlijk en de meesten dragen geen helm. De autotaxi dus naar de haven, we waren later vanwege vertraging met de bus dus de rest van de coassistenten uit Rubya, Biharamulo en Sengerema stonden al te wachten. Na 20 minuten met de boot, die ook nog even stil viel, kwamen we aan land van Rubondo Island. Met 2 grote jeeps werden we naar de huisjes gebracht welke echt best luxe bleken met zelfs een televisie (die het in de avond doet als de elektriciteit aan gaat)! Vervolgens gingen we met zijn allen weer een boot in voor de bootsafari. We begonnen met het hoogtepunt want we zagen meerdere nijlpaarden in het water. Vervolgens krokodillen aan land en in het water waarbij we nog even schrokken toen er één heel snel het water in rende. Daarnaast zijn er hier ook heel veel soorten vogels, zoals visarenden, die we konden fotograferen. Drie uur later stapten we enigzins stijfjes weer aan land en stond het eten al klaar. Hierna proefde ik voor het eerst Konyagi, een Tanzaniaanse sterke drank. Vervolgens werd er een goed feestje gebouwd rond het kampvuur en liet men speciaal voor ons het licht een uurtje langer aan om de nijlpaarden weg te houden.

Zaterdag konden we lekker uitslapen, een klein groepje had besloten op wandelsafari te gaan. De rest wilde dat doen als de jeepsafari 's middag niet door zou gaan. Sommigen hadden een redelijke kater, ik wonderbaarlijk niet. Na de lunch begon de jeepsafari met twee auto's. Aanvankelijk zou deze niet doorgaan door de vele regen die er de afgelopen dagen was gevallen, maar omdat we het erg graag wilden en het droog was vandaag ging het toch door. Al binnen een half uur zagen we een grote mannetjes olifant met slagtanden naast het pad verscholen staan. Na de nodige kiekjes reden we verder het eiland in door de dichtbeboste jungle. Dat het veel geregend had was ook erg te merken, we slipten, zakten weg en stonden even helemaal gekanteld vast in de modder. Ik zat aan de rechter kant en omdat het een open jeep was moesten we ons goed vast houden er niet uit te vallen. Gelukkig hadden we een hele vaardige bestuurder die tientallen keren door diepe stukken modder reed/slipte waarvan wij elke keer dachten dat we om zouden kantelen of vast zouden zitten. Na een korte pauze met mooi uitzicht over het meer reden we verder. We kwamen al snel twee keer een grote groep giraffen tegen waarbij er ook kleinere baby giraffen te zien waren. Nadat we ze uitgebreid hadden gefotografeerd hobbelen ze weer slungelig weg. Onderweg zagen we ook weer veel vogels, hertjes, impala's, aapjes en genoten we met enige adrenaline van de meest bumpy ride die we allemaal ooit hadden meegemaakt. Op de route terug konden we genieten van de ondergaande zon aan het water en door de junglebomen. Ditmaal kwamen we redelijk ongeschonden door de modderkuil waar we eerder vast zaten. Al met al een super vette safari die ik niet had willen missen, zowel de dieren als de rit met de wagen zelf! 's Avonds aten we weer dezelfde maaltijd, rijst, friet, kip en een half schepje koolsalade. We dronken wat bij het kampvuur en gingen redelijk op tijd slapen. 

Zondagochtend, wakker geworden met drie nijlpaarden in het ondiepe water pal voor onze huisjes! We zouden om negen uur betalen en om tien uur de boot terug nemen. Dat werd elf uur betalen en 12 uur de boot terug. Mede door de regen en onweer, voornamelijk door de traagheid van de mensen die ook geen zin hadden om door te werken toen het droog was. Ik kon me daar op dat moment enorm aan opvreten want Dieuwertje en ik moesten de langste reis terug maken. Namelijk ruim es uur met een ...bus. Toen we uit de boot stapten, enigzins nat vanwege de harde regen en natte stoeltjes, moesten we voor 11 mensen op zoek naar een taxi die er natuurlijk niet was. We wilden niet achterop de pikipiki (motor) zonder helm, ondanks de vele motorrijders die om ons heen kwamen te staan en ons probeerden te overtuigen. Toen zagen we een soort driewieler brommer met pick up bak achterop en konden we die meneer zover krijgen om ons naar het busstation vier kilometer verderop te brengen. Dat ging best goed over de zandweg, op een steil stukje bergop moesten we even lopen omdat de brommer het niet aankon. Ondertussen werden we wel door iedereen die we voorbij reden uitgelachen en nagezwaaid, dat moet best grappig zijn geweest, elf blanken opgepropt in een brommerbakje. Bij het busstation was het weer ruim een uur wachten. Er kwam, zoals wel bijna continu gebeurt, een man naar ons toe. Hij sprak Roos in het Engels aan met 'Hey mzungu (blanke), ik wil met een mzungu (blanke) trouwen, wil je met me trouwen?' Hij/men snapt blijkbaar niet dat deze manier van aanspreken niet heel veel zoden aan de dijk zet. Lachend vertelde ik hem maar dat misschien een volgende blanke wel voor deze zin zou vallen. Toch zijn Dieuwertje en ik blijkbaar niet de enigen die ons soms een beetje ergeren aan het ongegeneerde aanstaren en mzungu roepen of fluisteren. Hierna konden we eindelijk de bus in, wel opgepropt tussen de in mijn ogen vaak niet heel fris ruikende Tanzanianen. Gelukkig zat ik wel tussen twee aardige mannen in en toen ik me er eenmaal over heen had gezet was het ook wel prima om een beetje tegen elkaar aan te hangen. Een uurtje later kon ik ook al naast Milou, één van de Amsterdamse coassistenten, zitten. Na de stop Sengerema moesten we weer met de ferry over een uitstulping van het Victoriameer. Onze bus wilde nog snel op de ferry voor die vol was met andere auto's. Dus voor iedereen uit onze bus was gestapt gingen de deuren dicht en moesten de mensen die er nog in zaten zich verschuilen want hij mocht eigenlijk niet met mensen erin de ferry op. Wij, de twee
meest opvallende mensen van de hele ferry zaten dus illegaal in die bus te schuilen. Uiteindelijk mochten we wel wel even uit. Vervolgens dachten we een 'oké' avondmaaltje te bestellen op de ferry maar bleek er alleen rijst te zijn en na wat zeuren kregen we daar nog wat geitenvlees bij. Echt de minste rijstmaaltijd hier tot nu, maar we wilden niet te lang in het donker in Mwanza moeten zoeken naar eten en het was al best laat, plus we hadden trek.
Daarna moest de bus nog even tanken 200m voor het busstation waardoor onze taxichauffeur (die we express van tevoren hadden geregeld zodat we niks in het donker hoefden te fiksen) niet wist waar we waren en een aardige buspassagier ons moest helpen de taxichauffeur uit te leggen waar we waren. Dit terwijl de bus al bijna weer vertrok maar wij niet alleen in het donker wilden wachten. Gelukkig kwam de taxichauffeur er net aan en vond hij het, zoals de meesten mensen hier, niet erg dat hij 40 minuten op ons had moeten wachten. Om half tien waren we dan eindelijk in het hostel.

De dag erna ontbeten we lekker met veel fruit na ons voedsame diner van gisteren. Vervolgens met de dalladalla naar het centrum om te pinnen en kitenges te kopen om nog wat dingen te kunnen laten maken door mama Makanza. De laatste missie was chocolade kopen om een kersttoetje te kunnen maken in Sumve. Hierna namen we de taxi en dalladalla terug naar Sumve. De lunch bestond uit vadsig brood uit een winkeltje, wat ons het brood van mama Fausta deed missen, en chips. We gingen weer even hardlopen, ditmaal voor het eerst zonder Kwabi want hij kwam niet langs. Na het hardlopen wilden we snel eten want we hadden best honger. Echter kwamen mama Helena en mama Fausta even langs om te kletsen. Toen ze weg waren zetten we het eten op maar klopte mama Makanza net aan. Ze had mijn broekje en Dieuwertjes jumpsuit bij zich, beide heel mooi gemaakt! Daarbij konden we haar meteen onze nieuwe kitenges geven om nog bloesjes, een rok en wat tasjes te maken. Ze was erg blij met het werk wat we haar gaven, maar wij vinden het gewoon heel leuk haha. 
Nadat alles was opgemeten konden we dan eindelijk eten wat mama Fausta had gemaakt, de rijst met groente smaakten erg goed na het eenzijdige dieet van afgelopen weekend.

Dinsdagochtend hadden we best wel zin om weer wat te doen in het ziekenhuis. We waren redelijk verrast en opgelucht dat het jongetje met de convulsies een stuk beter ging. Het meisje met de brandwonden was ook een stap verder in het genezingsproces en niet meer zo hees van het huilen. De wonden moesten wel opnieuw verzorgd worden in de minor theatre. Het meisje moest ook een bloedtransfusie krijgen, toen we de verpleegkundige uiteindelijk hadden gevonden gebeurde dat ook echt.
We deden tussendoor ook de visite over de mannenafdeling en toen was het al best laat voor de lunchtijd. 's Middags weer terug naar het ziekenhuis voor de laatste dingen. Hierna hebben we au-bain-marie chocoladepepernoten gemaakt (met pepernoten uit Nederland) om mee te nemen met eerste en tweede kerstdag. Vervolgens ging Dieuwertje weer hardlopen met Kwabi, ik ging wat yogahoudingen proberen, gelukkig heeft niemand dit gezien. Als kerstavondmaal hadden we rijst met groenten, maar het was zoals normaal best lekker. Morgen eten we toch uitgebreid met David, zijn vrouw en wat andere dokters. De dag erna gaan we bij mama Fausta eten.