Habari Tanzania?

1 december 2019 - Sumve, Tanzania

Zo, daar zit ik dan. Terwijl de krekels en de vogels zich voluit laten horen, de zwarte hemel wordt opgelicht door de sterren, ik heb uitgevogeld hoe het gasfornuis werkt en de stroom het inmiddels weer doet, schrijf ik dit vanuit ons huis in het kleine dorpje Sumve, Tanzania. In Sumve zal ik de komende maanden met Dieuwertje mijn tropencoschap lopen. Dieuwertje komt door omstandigheden een weekje later. Dit maakt mijn eerste week in het ziekenhuis, die morgen officieel begint, wel wat spannender. Dit omdat je soms toch een beetje in het diepe wordt gegooid en daarom vaak samen begint op een afdeling. Onze voorgangers, Karin en Nhu, hebben me al wel wegwijs gemaakt, maar bovenal nog veel meer zin bij me gecreëerd om dit allemaal te gaan beleven. Hieronder vertel ik wat over de afgelopen dagen, het is toch iets langer geworden dan ik had gewild. Alhoewel ik alles zo goed mogelijk in mezelf probeer op te nemen zijn er nu al zo veel indrukken waardoor ik meer dan de helft waarschijnlijk niet eens heb opgeschreven. Hieronder eerst nog wat wiki-weetjes en lonely-planet-feitjes over Sumve en Tanzania:

- Sumve ligt op ongeveer 2 uur rijden (met de taxi, met de bus is het 4 uur) van de grote stad Mwanza.
- Tanzania dus, de Verenigde Republiek Tanzania, een groot land dat grenst aan Congo-Kinshasa, Rwanda en Burundi in het westen; Oeganda en Kenia in het noorden; en Mozambique, Malawi en Zambia in het zuiden.
- Men spreekt er Kiswahili, een Bantu-taal, welke onder andere wordt gesproken in Kenia, Oeganda en Rwanda. Vergeet hierbij niet dat er binnen de stammen ook weer andere talen worden gesproken. Zo is de grootste stam van Mwanza en Sumve de Sukuma-stam, waar bijna alle mensen die in deze regio wonen toe behoren, de lokale taal is dus ook Sukuma. Één van de bekendste stammen van Tanzania zijn de Masai.
- De hoofdstad van Tanzania is Dodoma, maar de grootste stad is Dar es Salaam (+/- 9 miljoen inwonders) en daarna Mwanza (+/- 5 miljoen inwoners). Tanzania zelf heeft ruim 50 miljoen inwoners, dat is ongeveer 57/km2; ten opzichte van 411/km2 in Nederland.
- De eilandengroep van Zanzibar (je weet wel, van die strandvakanties) heeft een semiautonome status.
- Het woord Tanzania is een samentrekking van de twee landen waaruit het voortgekomen is, Tanganyika en Zanzibar: Tan - Zan - ia.
- Er wordt betaald met de Tanzaniaanse Shilling, 1000 Shilling is ongeveer 39 eurocent waard, om het rekenen makkelijk te maken.
- De belangrijkste toeristische trekpleisters, waarvan ik de meeste hoop te bezoeken, zijn: Ngorongorokrater, Serengeti: immens wildreservaat, bekend door de jaarlijkse migratie (gedeeld met Kenia) en onderdeel van het liedje Africa van Toto, Tarangire National Park: natuurpark in het noorden, Lake Manyara: wildreservaat bekend om de vele flamingo's, Kilimanjaro: hoogste berg van Afrika (5895 m) en tevens onderdeel van het liedje Africa van Toto.

WEEK 1:

Maandag 25 november was het zover, de reis ging beginnen!
Om 06:00 uur in de auto naar Schiphol om de file te vermijden, wat aardig lukte. Zo'n zeven uur later steeg mijn vliegtuig, iets later dan gepland, van Nederlandse bodem. Een korte overstap volgde in Istanbul waarna ik in een relatief leeg vliegtuig lekker over 2 stoelen kon liggen. Echt slapen lukte niet, maar om 03:30 landden we toch al in Dar es Salaam, wel de grootste, maar niet de hoofdstad van Tanzania, dat is Dodoma. Mijn eerste stappen op Afrikaanse bodem, toch wel een mijlpaal! Gelukkig mocht ik echt het land in met mijn visum en daarna moest ik nog even wat zoeken en al mijn kilo's bagage verplaatsen naar een andere terminal. Vanaf hier nam ik een binnenlandse vlucht naar Mwanza waar ik 1.5 uur later uit kon stappen. Onderweg kon ik genieten van het uitzicht en heb ik al een paar keer 'ahsante', dankjewel gezegd. Die Swahili lessen werpen duidelijk hun vruchten af. En dan lijkt het of je aan de kust land omdat Mwanza aan het immense Victoriameer ligt, hier gaan we zeker nog wat uitstapjes naartoe maken.

Roos en Tessa zitten de komende 3 maanden als coassistenten in Sengerema. Sengerema is net als Sumve, het dorp waar Dieuwertje en ik gaan wonen en werken, relatief dichtbij de grote stad Mwanza, op zo'n 3 uur reizen. Roos was al een dagje eerder aangekomen en had via een vriend van een vriendin een hotel in Mwanza en taxi vanaf het vliegveld voor ons geregeld, dus dit verliep lekker soepel.

Een ontbijtje en dutje later kwam Tessa ook aan na een iets andere vliegroute en we gingen even de stad in om te eten, een simkaart te kopen, geld te pinnen, maar bovenal om rond te kijken. Dat rondkijken kan je ook andersom interpreteren want we werden, alle drie blond, zelf ook flink aangestaard en aangesproken. Gelukkig alles op een redelijk vriendelijke manier en omdat we wel wat woorden Swahili kunnen konden we de mensen ook een antwoord geven. Er waren nog zoveel meer indrukken dat ik niet alles kan beschrijven, maar ik ga een samenvatting proberen te geven.  Mwanza is een grote stad, ruim 5 miljoen inwoners. Echter ligt het verder weg van de toeristische trekpleisters van Tanzania zoals de Kilimanjaro en het Serengeti wildpark. Dit maakt dat je als buitenlander erg opvalt.

We proefden ons eerste Tanzaniaanse voedsel, aan de markt durfden we ons nog niet te wagen, maar wel aan een bakker. Zo at ik een samosa (soort loempia met beef), een ei met daaromheen een substantie van aardappel en een soort gehaktstaafje met kaas eromheen. Ik kan er wel aan wennen. Na onze taken te hebben volbracht liepen we terug naar het hostel en kwamen 4 anderen mzungu's (= blanken, dat roepen ze vaak naar je) tegen. Geheel toevallig waren dat Charlotte, Mylène, Titia en Emma, zij gaan in dezelfde periode hun tropencoschap doen in Tanzania in 2 andere dorpen een stuk naar het Noordwesten. We besloten morgen met zijn allen te gaan zwemmen bij een hotel.

Roos had ondertussen contact gehad met de vriend van een vriendin, een gids die in Mwanza woont, en hij stelde voor om met zijn vrienden/collega's te gaan eten. Zij zouden ons een goede eetplek laten zien. Eerst een colaatje en daarna brachten ze ons naar een straattentje waar het redelijk druk was. Het was overigens goed dat ze bij ons waren, want het wordt sterk afgeraden in het donker door Mwanza te lopen als buitenlander. Overdag is het super veilig, maar als het donker wordt is toch het veiligst om een taxi te nemen. Terwijl er een speciale gekruide thee met melk en suiker werd ingeschonken kletsten we wat en vertelden ze over hun werk. Daarna volgde een lekker kippetje met frietjes. Op advies van deze mannen lieten we de rauwkost staan, veel mensen worden blijkbaar ziek van de vaak minder goed gewassen rauwe groenten.

Hierna liepen ze met ons mee naar het hotel waar Roos en ik ons eerste Tanzaniaanse biertje bestelden, genaamd: Kilimanjaro. Na een potje regenwormen waren we toch best moe en gingen slapen.

Enigszins bijgekomen van de vlucht konden we rustig ontbijten en naar de supermarkt voor wat snacks. Daarna pakten we de taxi naar hotel Tilapia, naast het Victoriameer. Hier konden we lekker aan het zwembad liggen en zwemmen (sorry mam, ik ben een klein beetje verbrand). De andere coassistenten kwamen ook en we sloten de dag daar ook af met een lekkere vismaaltijd. In Mwanza is vis een beetje de specialiteit vanwege de ligging aan het Victoriameer. Hierna namen we afscheid voor nu, aangezien Titia, Charlotte, Emma en Mylène verder weg zitten van Mwanza zullen zij in de weekenden niet vaak heen en weer reizen naar Mwanza. Terug in het hotel nam ik ook vast afscheid van Roos en Tessa, zij gaan morgenvroeg weg naar Sengerema en ik naar Sumve.

Om half 8 ’s ochtends werd ik opgehaald door de taxi en naar Sumve gebracht. Het was een rit van ruim anderhalf uur, eerst over de verharde weg, maar het grootste deel onverhard. Wat een prachtige, groene, heuvelachtige omgeving! Geen straf om deze rit vaker te moeten maken. Daarnaast is het fascinerend om te zien hoe de drukte van de stad verandert in het platteland waarop de mensen hard aan het werk zijn. Je ziet mensen lopend en fietsend over de heuvelachtige weg gaan met allerlei spullen bij zich. En daarnaast zijn er de kinderen die je ziet spelen en soms ook gillend naar de auto toe rennen. De mensen kijken je veel aan, en ik voel me dan soms schuldig dat ik in het rijke Nederland ben opgegroeid en met de taxi naar Sumva kan gaan. Rond 9 uur zag ik de gebruinde Nhu en Karin aan hun ontbijt zitten op de veranda van ons huisje. Ja, ons huisje, dat voelt nog even gek. Ik moest, en moet nog steeds, echt even laten bezinken dat ik in deze mooie omgeving de komende maanden zal wonen samen met Dieuwertje. Het huis heeft een enorme tuin met mooi uitzicht op de heuvel erachter en het voetbalveldje achter de struikjes. Aan de voorzijde is een zandweg die langs een muur loopt, via onze eigen tussendeur in die muur lopen we in nog geen 10 meter van ons huis het ziekenhuisterrein op! Bizar. Verder heeft het huis dus 2 slaapkamers met tweepersoonsbedden, een logeerkamer, een grote woonkamer, een keuken en douche met koud water. Meestal is er elektriciteit en we hebben een grote tank met watervoorziening vanuit het ziekenhuis. Soms komen er mensen langs om te vragen of ze water mogen aftappen, Nhu en Karin hebben nooit tekort gehad dus laten dit ook gewoon toe.

De overdracht in het ziekenhuis was al geweest dus nadat ik mijn spullen had neer gezet in de logeerkamer liepen we naar het ziekenhuis. Het ziekenhuis heeft meerdere gebouwen en je loopt dus overal eigenlijk via buiten naartoe, wel is over de paden een dak gebouwd. Verder is er ook een kerkje. We begonnen met de kinderafdeling waarbij de patiëntjes met hun moeders langs de dokters (ons) komen, in plaats van wij langs hen. Het was rustig dus Nhu en Karin konden me veel uitleggen over hoe alles werkt. Daarna deden we de male afdeling, deze was net als de kinderafdeling erg rustig en op de female afdeling lag zelfs niemand! Verder is het dus zo dat de familie van patiënten de patiënten te eten geeft en ze wast, taken die in Nederland door de verpleegkundigen wordt gedaan. Hier zal ik nog wel even aan moeten wennen, want toen een jongen moest overgeven ging zijn vader dus op zoek naar een bakje, dat doen de artsen of verpleegkundigen hier niet. De verpleegkundigen hier zijn echt voor de medische taken zoals medicatie toedienen en infusen prikken. Karin en Nhu lieten me het ziekenhuisterrein zien en ik kon al een aantal medewerkers de hand schudden, wat een vriendelijkheid! Gisteren hebben Karin en Nhu een groot feest gegeven welke erg gezellig was, de ziekenhuis medewerkers konden dat allen erg waarderen. Na de rondes gingen we terug naar het huis om te lunchen, nu kon ik ook mama Fausta en haar zangkunsten ontmoeten, zij komt elke dag en doet boodschappen, kookt, wast en maakt schoon; een prachtvrouw dus.

Na de lunch gingen we even terug naar het ziekenhuis om de laatste dingetjes voor de patiënten te regelen. Hierna gingen we als afscheid voor Nhu en Karin eten met één van de soort 'managers' van het ziekenhuis en tevens docent bij de verpleegkundigenschool, meneer Sebastian, ook wel Patron genoemd. Eigenlijk was het meer bier drinken, muziek luisteren, kletsen en wachten op het eten. We zaten in een soort verlaten villa die nooit is afgebouwd en nu eigenlijk een zaal is met wat plastic stoelen erin. Er waren nog 4 andere gezellige docenten van de verpleegkundigenschool met wie Karin en Nhu ook bevriend mee zijn geraakt. Één hiervan is Godfried, ook wel mister Kuku, onze buurman. Kuku betekent kip en mister Kuku's kippen lopen altijd gezellig in onze tuin. Het kon natuurlijk niet anders dan dat we, uiteindelijk, een heerlijke kip als avondeten kregen, geregeld door mister Kuku himself. Nadat ik kennis had gemaakt met Tanzania's beste liedjes, en een aantal dansmoves daarop met bewondering had bekeken, was het toch best laat en liepen we in de regen terug naar huis om te gaan slapen.

De overdracht in het ziekenhuis begint om 8 uur en hier kon ik de laatste dokter, dokter Geoffrey een hand geven, hij is de coassistentenbegeleider. Er zijn 3 dokters, medical officers (MO), en ongeveer 4 clinical officers, dat zijn een soort semi-artsen. Samen doen zij alle afdelingen en diensten, ze zijn dus enorm allround geschoold.

Ik probeerde nog twee oudere verpleegkundigen een hand te geven maar was even vergeten dat het netjes begroeten van ouderen voor sommigen erg belangrijk is (belangrijker dan voor de mensen die ik gisteren heb ontmoet) en ik zei dus niet de goede woorden (Shikamoo) waarop een nogal ongemakkelijk moment volgde. Ach, nog 3 maanden om dat goed te maken. Samen met Karin en Nhu deed ik de ronde op de kinderafdeling. Vanwege de taalbarrière, het niet kennen van de patiënten en de afwezigheid van ervaring in de tropengeneeskunde verliep het niet super soepel, maar dat moet iedereen hebben op het begin. Het is in ieder geval al heel fijn dat Karin en Nhu me zo kunnen inwerken zodat ik nu nog veel kan vragen. Bovendien zijn de moeders van de patiënten echt de rust zelve, ze zijn heel lief en lijken de dokter niet tegen te durven spreken.

Na de rondes en de lunch (spaghetti met meatballs à la mama Fausta) gingen Nhu en Karin verder met het uitdelen van hun afscheidscadeautjes, pennen, aan de medewerkers en patiënten. Ik liep mee en het is erg mooi om te zien wat voor plezierige band ze met de medewerkers hebben opgebouwd, ik hoop dat wij dat ook gaan opbouwen. Ook erg leuk om te zien hoe blij ze zijn met pennen, we werden zelfs achtervolgd door mensen die we niet kenden die ook pennen wilden. Omdat het rustig was konden we daarna weer terug naar het huisje om vervolgens in te pakken, ik verhuisde mijn spullen naar één van de grote kamers, en de taxi naar Mwanza te nemen. Wederom was de rit prachtig. Bij het hostel aangekomen ging Karin naar het vliegveld om haar vriend en onze cogroepgenoot Stef op te halen. Hierna gingen we uit eten bij een modern restaurant op de parkeerplaats van de Rock City Mall en aten een plank vol met eten waaronder de eerder genoemde samosa's, allerlei soorten vlees waaronder nier (ja, nieR, ze eten hier allerlei onderdelen van de dieren) en frietjes.

Vandaag, zaterdag, was een relaxte dag. Mijn eerste ervaring met de dalladalla, dat zijn kleine busjes voor negen personen die dienst doen als openbaar vervoer. Je kunt je voorstellen dat ze met zoveel mogelijk mensen worden volgepropt en je kunt op elk punt in- en uitstappen. Zo gingen we dus, ons vast grijpend aan alles wat los en vast zat, naar het centrum. Stef moest zijn simkaart regelen en we gingen naar 'onze' bakker, voor de lunch. Bij deze bakker kun je ook gewoon vlees, pizza etc. eten, wat we dus ook deden. Hierna namen we de taxi naar de bioscoop van de Rock City Mall. Hier kun je voor nog geen 3 euro genieten van de modernste Engelstalige films. Het is wel voorbehouden aan de wat rijkere Tanzanianen, dus er zat maar een handjevol andere mensen die mee keken naar de nieuwste film van Charlie’s Angels, en er was geen ondertiteling in het Swahili. De film was best een aanrader als je van actie, een slecht verhaal, flauwe grapjes of knappe vrouwen houdt. Na de film gingen we eten bij een Indiase vrouw, Nhu en Karin kenden haar via hun voorgangers in Sumve. Ze had heerlijke Indiase, vegetarische gerechtjes met allerlei sausjes voor ons gemaakt. Voor de afwisseling met het Tanzaniaanse eten wil ik hier zeker vaker eten! Daarna namen we de taxi terug naar het hostel. Toen we hierop stonden te wachten werden we lichtelijk lastig gevallen door ongeveer vijftien jongetjes die geld wilden. Niet het meest fijne gevoel in het donker in deze grote stad terwijl je daar met boodschappen en je telefoon in je hand (voor de taxi) moet staan en je weet dat mensen dan soms beroofd worden. Daarnaast voel je je ook ongemakkelijk bij de armoede waarmee je geconfronteerd wordt. De familie van ons eettentje hoorden de jongens en kwamen na een tijdje via de zijdeur naar buiten. Een oude Indiase meneer rende achter ze aan waarop de jongens snel verdwenen. Het was enorm grappig te zien hoe de jongetjes wegreden van deze oudere man. We kennen nu ook de woorden die we moeten roepen als we dreigen de politie te bellen. Eenmaal terug in het hostel speelden we een geweldig, voor mij nieuw, kaartspel, Exploding chickens.

De volgende dag werden Nhu, Karin en Stef opgehaald voor de start van hun safari. Ik nam de dalladalla naar het centrum om nogmaals te pinnen en boodschappen te doen. Voor het ziekenhuis loopt een project dat vanuit Nederland wordt gesponsord waarbij de coassistenten melk, olie en suiker kopen in Mwanza. Dus ik kwam met onder andere 3 enorme blikken melkpoeder bij de kassa, waarom de dame meteen vroeg: mtoto kubwa (groot kind)? Daarna werd ik opgehaald door de taxi chauffeur en reden we weer de route naar Sumve. Dit keer regende het enorm hard waardoor het wat langer duurde, maar voor mij gaf dit toch wel een extra dimensie aan het avontuur en gelukkig kon de chauffeur weer veilig terug naar Mwanza rijden.

3 Reacties

  1. Marian:
    1 december 2019
    Nou je hebt al veel meegemaakt in korte tijd! Leuk geschreven weer! Succes morgen groetjes en kussen mama
  2. Ellen:
    1 december 2019
    Super leuk te lezen Britt
    Veel plezier verder x
  3. Geert Hegge:
    2 december 2019
    Nou Britt, wat een verhaal.
    Je kan altijd nog een boek schrijven met je talent.
    Leuk om te lezen!
    Veel succes en plezier.